De bel. Een man in werkkleding. “Goeiemorgen, ik kom de meter vervangen.”
Hè?
“De meter vervangen, u krijgt een smart-meter”, verduidelijkt de man. Of: probeert hij te verduidelijken, want ik begrijp er helemaal niets van. “U hebt er een brief over gehad”, vult hij nog aan. O. Hij ziet er wel betrouwbaar uit, op zich, die man. En als er een brief over geweest is… Maar ik neem het zekere voor het onzekere. Onder een berg verontschuldigingen laat ik de man weten dat ik éven ga overleggen.
“Weet jij iets van de meter?” Mijnheer de Molenaar zwijgt even verbouwereerd, en zegt dan: “nee… of… ja, wel de meterstanden, maar…”. Geleidelijk aan begint hem iets te dagen, en terwijl ik rondkijk in huis of ik die bewuste brief kan vinden, valt mijn oog op een envelop. Met rode letters op de buitenkant…
OK, die brief hebben we dus gehad. Ik laat de man binnen en een tweede complicatie dient zich aan: de stroom moet eraf. Ehm. Tja, dat zal dan moeten he? Ik sluit gauw de computer en laat de man aan de gang. In de gang. Hij maakt nog een grap, over de slimme meter die nog niet zo slim is dat er geen elektricien voor nodig is. En koffie wil-ie niet. Maar dat kon sowieso niet, aangezien de stroom eraf is.
Eigenlijk wóu ik niet eens een smart-meter. Gegevens die vanuit je huis verstuurd worden – dat lijkt me vragen om moeilijkheden. Want wanneer ben je niet thuis? Als je geen stroom verbruikt, wiedes. Dus elke slimme inbreker kan de slimme meter meelezen of niet?
Hadden we keus? Jazeker, blijkt achteraf. In elk geval kunnen we dat automatisch verzenden laten uitzetten. En als we die brief op tijd gezien hadden, dan hadden we de slimme meter kunnen weigeren. Ik had ‘m zelfs weg kunnen sturen, die man.
Maar ja, hij is nu klaar met z´n werk, en de slimme meter is ermee begonnen. Ik schakel de computer weer aan, draai een was, en zet een kop koffie. Verbruik: 150 + 1000 + 900 watt. De meterkast wordt mijn nieuwe toevluchtsoord denk ik.