Met die check-ups die de GGD moet uitvoeren bij schoolkinderen heb ik niet zoveel. Wat zal zo’n arts, die honderden kinderen één keer ziet en die NIETS van de omstandigheden afweet, toch te zeggen hebben over mijn schatjes?
Maar ja. Iedereen in groep 7 wordt veronderstelt eraan mee te doen – ze vrágen niet eens of je het goed vindt. Ik ga er deze keer maar niet dwars voorliggen.
Een paar weken later valt er een brief op de mat met de resultaten.
Zo! Ze ziet niet goed! We ontvangen een verwijsbrief voor opticien of orthoptist! Daar zouden we niet eentweedrie aan gedacht hebben. Toch geen totáál onzinnige geschiedenis dus. Hoewel ik nou ook weer niet denk dat we haar tot haar 21ste met slechte ogen hadden laten rondlopen. Maar toch.
1. Ze is 1 meter 43 lang.
2. Ze weegt 34 kilo.
3. Het kleurenzien is goed. (Zou kleurenblindheid fout zijn?)
Hh-hhm. Wat zei ik ook weer? Niet totáál onzinnig…
Enfin. Natuurlijk moeten we wel iets met die ándere uitslag. We hebben het er even over wat dat voor consequenties kan hebben. We moeten naar de oogarts of de opticien. En daarna krijgt ze, wie weet, een bril op d’r neus…
Molenaartje 2 hoort ons gesprek zo eens aan, en als dat laatste oordeel is gevallen kan hij zich niet meer inhouden, en hij gooit eruit: “Oh Willemijn, dat zou ik nóóit doen, een bril. Dan zie je er echt beláchelijk uit!”