Elk excuus goed genoeg om een kinderboek te bespreken, maar de Nationale Voorleesdagen, van 24 januari tot 2 februari, vormen wel een heel goed excuus.
De vader van Bea is dood. Haar moeder woont in een inrichting. Elbow, het stadje waar Bea woont, is de allerergste plek om te wonen in de zomer, vanwege de genadeloze, onophoudelijke regen. Dit boek heeft alle ingrediënten voor een drama, maar dat is het niet.
Bea, die erg houdt van foto’s maken, wil aan de regen ontsnappen door een fotowedstrijd te winnen. De eerste prijs zou een reis naar Florida zijn. Helaas lijkt haar camera wel behekst, nadat haar vriend Sam haar een lijk laat zien, dat ze op de gevoelige plaat vastlegt.
Samen met hem en een paar andere kinderen (die, vanwege een of andere schoolregel, veroordeeld zijn tijd met elkaar door te brengen omdat ze allemaal niet op vakantie kunnen) probeert Bea een paar mysteries te ontrafelen. Wie vermoorde de dode man? Wat heeft dat allemaal te maken met Herman, de Augurkenkoning? En welke rol speelt haar vader daarin?
Ik was een paar maanden geleden in de boekwinkel, en koos De Augurkenkoning. Waarom? De omslag zag er zo mooi uit. (Ontwerpers: goed gedaan! Grappig trouwens dat het deksel in de Amerikaanse uitgave blauw is en in het Nederlands rood.)
De covertekst beloofde me een doldwaas, oerspannend en een beetje vies avontuur, met een lijk, een oogbol, vijf kinderen en Duivelshete Chilisaus. Nou, toen ik het boek begon voor te lezen aan Dochter, schrok ik me een ongeluk. Het verhaal bleek niet alleen doldwaas en een beetje vies, maar gewoon tamelijk gruwelijk. Té gruwelijk voor haar? Of voor mij?
Zíj vond het geweldig, dus besloot ik het maar uit te proberen. En ik werd aangenaam verrast. De vijf kinderen beleven schokkende en enge dingen als ze achter de waarheid proberen te komen. Maar schrijfster Rebecca Promitzer vertelt het verhaal met een aardig gevoel voor ironie. De manier waarop ze de eindjes touw van ogenschijnlijk nutteloze details aan elkaar knoopt (Madison die zich als een ekster gedraagt, de inrichting waar Bea’s moeder woont, en het lijk dat een oogbal mist), spreekt me erg aan. Ik moet zeggen – ondersteund door de mening van Dochterlief – dat de plot niet erg geloofwaardig is, en ik vind het ook altijd erg storend als er missers in de vertaling zitten zoals in de laatste regels: ‘dat oog’ en ‘hem’ in plaats van ‘het’. Maar verder vinden wij De Augurkenkoning een heel lezenswaardig verhaal.