Wie zou er niet eens willen rondkijken in de Middeleeuwen? Dolf Wega uit Amstelveen wél. Het liefst, zo fantaseert hij, zou hij weten hoe het toeging bij een riddertoernooi. Dus als een vriend van zijn vader een tijdmachine bouwt, wil Dolf wel proefkonijn zijn.
Helaas zijn de berekeningen niet erg exact. Dolf komt terecht bij de stad Speyer (Spiers) in een Kinderkruistocht, in het jaar 1212. Hij redt met zijn stalen broodmes (wie neemt er nou een broodmes mee op reis? Maar goed, wel handig) ene Leonardo van Pisa, en nadat het mislukt is om terug te keren naar de 20e eeuw, besluit Dolf zich samen met die Leonardo aan te sluiten bij de Kruistocht.
Een eenvoudige herdersjongen, Nicolaas, leidt de tocht, bijgestaan door twee monniken, Dom Anselmus en Dom Johannes. Zij willen met de kinderen naar Jeruzalem, via Genua, waar Nicolaas met opgestoken arm de zee zal doen wijken.
Dolf ziet hoe slecht de tocht georganiseerd is. Hij stelt zich voor als Rudolf Wega van Amstelveen, en met deze schijnbaar adellijke titel kan hij de leiders er met moeite van overtuigen dat ze het anders moeten aanpakken, zodat de kruistocht niet honderden kinderen zal verliezen door de ontberingen onderweg.
Dolfs 20e-eeuwse kennis blijkt van onschatbare waarde te zijn voor de onervaren kruistochtleiders. Hij zorgt ervoor dat een roodvonkepidemie niet ál te veel slachtoffers maakt. Als er kinderen geroofd zijn, weet hij ze te bevrijden met behulp van geïmproviseerd buskruit. En zijn harde Nederlandse guldens zijn goed voor karrenvrachten vol met brood als het stadsbestuur de poorten gesloten houdt, en de magen van de kinderen leeg zijn – een Ierse bakker in de stad Rottweil wil dat brood stiekem bakken als Dolf zijn nikkelen geld gewisseld heeft bij de geldwisselaar in de stad.
Toch vraagt Dolf zich vooral af: Wat is nu eigenlijk de bedoeling van deze Kruistocht? Jeruzalem bevrijden? Waarom willen Nicolaas en de monniken dan via Genua reizen, da’s hartstikke óm? Omgekeerd wekken zijn moderne scepsis en kritische houding bij de middeleeuwers argwaan. Het komt tot een levensgevaarlijke confrontatie, en Dolf komt erachter aan welk een gruwelijk gevaar de kinderen blootstaan.
Kruistocht in Spijkerbroek is geschreven in 1973, maar nu, dertig jaar later, leest het nog als een modern boek. Toegegeven, Dolf beschikt niet over een smartphone, zoals de gemiddelde puber tegenwoordig schijnt te doen, maar de dilemma’s waar hij voor komt te staan blijven geloofwaardig – misschien omdat 1973 nog altijd vele, vele malen dichterbij 2013 staat dan 1212. Al lijkt het voor ons, veertigers, alsof er hele aardverschuivingen hebben plaatsgevonden sedert onze jeugd.
Om vóór te lezen is het boek niet een erg voor de hand liggende keuze; er zitten Blad-Zij-Den met beschrijvende passages in, die – mmm – behoorlijk taai zijn voor de voorlezer. Hou je stem maar eens melodieus bijvoorbeeld – dat is toch veel gemakkelijker in dialogen.
Maar het loont echt om je eraan te wagen. Zeker als je kind niet zo’n sterke lezer is en het boek te moeilijk is voor haar of hem. Het verhaal geeft namelijk zo’n mooi beeld van de middeleeuwen; er zijn inmiddels heus wel andere boeken over de middeleeuwen met kinderen in de hoofdrol, maar Kruistocht in Spijkerbroek is een echte klassieker. Waarvan ík vind dat elk kind ‘m gelezen moet hebben.
Overigens is het boek bewerkt tot film (in 2006) en tot musical (in 2008). De laatste heb ik niet gezien, de eerste wel – hoewel in eerste instantie met tegenzin: ik kende het boek van binnen en van buiten, en de filmversie wijkt meer dan een tikkeltje af van het ‘echte’ verhaal.
En het kan me echt niet zoveel schelen dat er een iPod in de film geïntroduceerd wordt, en ook niet dat bepaalde essentiële gebeurtenissen omwille van de dramatiek zijn aangepast (één monnik in plaats van twee, Dolf die uit Rotterdam komt in plaats van uit Amstelveen, de speciale pillen die Dolf moet slikken, de veldslag op de Povlakte die is weggelaten), maar dat Leonardo uit het scenario is weggelaten, en Mariecke zo´n andere rol heeft…
Gelukkig kon ik me eroverheen zetten, want ook de film is de moeite waard als je het boek even wilt vergeten.
Thea Beckman, Kruistocht in spijkerbroek, Uitgeverij Lemniscaat 2011, ISBN 9789060691670
Misschien weet je dat ik een gepassioneerd (voor)lezer ben, vooral van kinderboeken. Graag deel ik de favorieten van m’n kinderen en mijzelf met jullie, bloglezers. Lees ook mijn andere kinderboekrecensies geschreven in onder andere de aanloop naar de Nederlandse Nationale Voorleesdagen en Kinderboekenweek hier en hier.