“Als je niet onmiddellijk komt, dan ga ik wel zonder jou!” Hoor je het jezelf zeggen tegen je kind? Om dan ook de daad bij het woord te voegen? Ik had me voorgenomen om het nóóit te doen, maar het overkomt me toch wel nu en dan.
Maar natuurlijk niet op de parkeerplaats van een benzinepomp ergens in Frankrijk. Stel je voor… Dat íemand dat zou doen lijkt zó onwaarschijnlijk, dat je je niet vóór kunt stellen dat daar een geloofwaardig boek over te schrijven valt.
Toch bestaat zo’n boek, geschreven door een van mijn favoriete kinderboekenschrijvers (wanneer komt er weer een nieuw boek van haar uit!!??) Bette Westera. Zeg maar tegen de juf dat ik wat later kom! is geschreven in 2008, en beschrijft de belevenissen van Sander, die altijd heel gehoorzaam was, tot een stemmetje in zijn hoofd hem zegt dat het ook wel eens ánders kan.
Dus toont hij zich ineens van z’n recalcitrante zijde. Niet tot genoegen van z’n ouders. Vooral vader is van de strenge regels. “Je moet consequent zijn, anders leert-ie het nooit”, is de stelregel van de vader van Sander. Hij ziet er dus geen been in om Sander, die even draalt op het springkussen, achter te laten. Hij had er vast niet op gerekend dat Sander niet voor een kleintje vervaard is. Hij spreekt vrachtwagenchauffeur Bert aan, die hem wel terug naar Nederland wil brengen. Alleen gaat dat nogal via een omweg langs de Bretonse kust, en raken een kudde schapen en een Nederlands stel met een hond (Knul) verwikkeld in hun avonturen.
Bert heeft alle eigenschappen die Sander bij zijn ouders mist, de belangrijkste daarvan dat Bert luistert naar Sander, én altijd eerlijk is tegen hem. Dat vindt Sander heel belangrijk, eerlijk zijn. Maar voor Bert blijkt de vriendschap met Sander net zo goed belangrijk: door de gesprekken met Sander durft Bert zijn vastgeroeste levenspatroon te veranderen.
Ondanks zijn woede op z’n vader en moeder, mist Sander hen natuurlijk toch, en als ouders en zoon herenigd zijn, en Sander hen heeft verteld wat hij van hen vond, blijken ook zij geleerd te hebben van alle perikelen.
Dat klinkt een beetje prekerig. Maar zo heeft Bette Westera het verhaal allerminst uitgewerkt. Integendeel. Ze schrijft grappig, met bijzonder veel invoelingsvermogen, en volkomen geloofwaardig. Zeg maar tegen de juf… is daarnaast heerlijk spannend. Wij (meneer en mevrouw Molenaar) lazen om de beurt voor aan onze Molenaarszoons, en we maakten de Molenaarsdochter gék omdat we elkaar voortdurend vertelden over de nieuwe gebeurtenissen, of herinnerden aan wat we al samen gelezen hadden. Een enorme vakantiehit dus. Bette, schrijf alsjeblieft nog méér van zulke boeken!
Benieuwd? Hier alvast een fragment:
‘Daar is [de] douane. Daar moet ik mijn paspoort laten zien en mijn papieren. Bedenk maar vast waar je je gaat verstoppen.’
‘Verstoppen? Hoezo?’
‘Omdat jij niet in mijn paspoort staat. … Je bent niet mijn kind en je bent ook geen schaap, of wel soms?’
‘Maar als we in Frankrijk blijven hoeven we toch niet langs de douane?’
‘Je denkt toch zeker niet dat ik écht in Frankrijk ga wonen in een vrachtwagen die niet van mij is, met vijftig schapen uit Marokko die niet van mij zijn en met een kind dat niet van mij is?’
Sander zwijgt. Er springen tranen in zijn ogen. Tranen van verdriet. Om de schapen die doodgemaakt zullen worden. Om papa en mama, die gezellig op een terrasje zitten en hem helemaal niet missen, terwijl hij hen wel mist. Maar ook van boosheid. Op de stem in zijn hoofd, die hem in de steek heeft gelaten, net als papa en mama hebben gedaan. En vooral op Bert, die van alles belooft, maar intussen gewoon doet waar hij zelf zin in heeft.
‘Je hebt het beloofd!’roept hij uit. ‘En wat je beloofd hebt moet je doen!’Dan begint hij te huilen. Heel hard.Zeg maar tegen de juf dat ik wat later kom!, Bette Westera, Baarn: Uitgeverij De Fontein 2008, ISBN 978-90-261-2561-4
Misschien weet je dat ik een gepassioneerd (voor)lezer ben, vooral van kinderboeken. Graag deel ik de favorieten van m’n kinderen en mijzelf met jullie, bloglezers, weer tot en met 12 oktober, het einde van de Nederlandse Kinderboekenweek die begint op 1 oktober. Lees ook mijn andere kinderboekenrecensies geschreven in de aanloop naar de Nationale Voorleesweek en de Kinderboekenweek.