‘Nah, nah, nah-na-nah.’ Zomaar vanuit het niets begint Jongste, vanaf de achterbank van de auto, een melodietje te improviseren. Hij blijft het maar herhalen, telkens en telkens weer. Zijn zus valt in.
Een paar weken geleden blogde ik over de liedjes die m’n kinderen thuis zingen. Kort samengevat: mijn spruiten zingen álles wat hen wordt aangeboden, of het nou kinderliedjes zijn van school of koortje, hits waar de oppas naar luistert, of herkenningsmelodietjes van de tv. Conclusie was: ze zingen veel.
Maar het niveau waarop ze de zangkunst beheersen verschilt. Jongste is zonder twijfel een natuurtalent. Vanaf het moment dat hij kon praten, zong hij ook – en al heel vroeg kon hij bovendien toon houden. Zijn favoriete liedjes zijn coole waarbij hij luchtgitaar kan spelen. Hij stelt zich dan lekker aan met een baseballpet die hij achterstevoren op zet – een pluk haar erdoorheen. Maar hij galmt net zo goed de liedjes over spinnen of regen van school. Als hij goeie zin heeft, dan laat-ie het horen.
Dochter heeft les gehad op het koortje van de plaatselijke muziekschool. Juffrouw Ellen van het koor was echt een ge-wel-di-ge juf, chapeau voor haar vakmanschap waardoor mijn meisje heeft geleerd om behoorlijk wijs te houden. Ze (Dochter) heeft een prettige zachte stem, heel plezierig om naar te luisteren. Ze is bescheiden; ze zal niet zulke shows ten beste geven als haar jongste broertje.
Middelste – tja, die zou je creatief-met-melodie kunnen noemen. Ik kan me nog wel herinneren dat hij kon zingen wat er stond toen hij drie jaar was. Maar kennelijk hebben de peuterspeelzaal en de kleuterschool hem het idee gegeven dat een melodie ook maar een melodie is; waarom zou je niet eens iets heel anders proberen als je meezingt met liedjes? Dus hij verzint er zo ongeveer een tweede stem bij – en let alsjeblieft op het zo ongeveer. Zijn enthousiasme wordt er niettemin gelukkig in enkel opzicht door aangetast.
Dat laat hij nu zien, door er een altstemmetje bij te verzinnen. Ik pik het op en – kijk nou! zo hebben we een eigen jam-sessie op weg naar huis. Jongste begint te klappen op de maat, en ik neem de after beat (met één hand aan het stuur).
Ik voel de energie van mijn drie kiendjes op de achterbank stromen. Ik zou zo graag willen dat alle kinderen – wat zeg ik: iederéén deze ervaring kon opdoen. Het is fantastisch om met je stem je emoties te kunnen uitdrukken!
Hoewel ik moet toegeven dat Jongste zijn stem ook wel gebruikt om zijn kwaaie zin uit te drukken. Ik hoef vast niet te zeggen hóe – dat kun je wel raden als je deze post gelezen hebt. De buren weten het, zonder twijfel. Of beter gezegd, de hele búúrt weet het.
Ik zal dan nog maar ‘es terugdenken aan deze ‘Focus Fantasy’ als ik dáár m’n oren voor dicht houd.