De burgemeester staat vast te trillen op haar hoge hakken. Volgens mij moet ze nou onderhand wel stokdoof zijn. Ze staat daar al minstens een kwartier, en vorig jaar en het jaar daarvoor bevond ze zich ook al op dat podium. Ik snap niet waarom ze dit nog wil doen. Je wordt misselijk van het lawaai.
We lopen de laatste etappe van de Wandel4Daagse in ons dorp. Op de eerste dag ben ik met Dochter meegelopen, die vier keer 10 kilometer wilde gaan. De andere dagen begeleidde ik een of twee van m’n jongens op de 5 kilometer. Nu staan we op een plein. Alle wandelaars verzamelen zich hier, en maken zich op voor de finale kilometer, waarop mensen langs de kant ons zullen aanmoedigen, sommigen met bloemenslingers of de onvermijdelijke zakken snoep.
Ik stop nu m’n vingers maar in m’n oren. Maar gelukkig vertrekken we voor het laatste stuk. Echt, ‘onze’ 4Daagse is prima georganiseerd. We hebben mooie routes gelopen, het verkeer was goed geregeld. De organisatie heeft dit jaar zelfs mooi wéér voor elkaar gekregen. Maar die muziek… En dan worden we elke dag ook nog ‘verwelkomd’ aan de eindstreep met minstens even luid vermaak.
De kinderen, kleintjes ook, die 3 en 5 kilometer lopen, vaak pas 4 of 5 jaar oud, worden als magneten naar de muziek getrokken. Ik wil echt niet zeuren, maar we zouden ons allemaal eens moeten voorstellen wat het effect van deze heel HEEL luide muziek op hun kleine oren is.
De moeilijkheid is ook, dat je niet meteen merkt dat je minder goed hoort. Je zult eraan wennen en dan gewoon het volume van je geluidsinstallatie harder zetten – om maar hetzelfde geluidsniveau te ervaren als vroeger. Met meer schade de volgende keer. Tot het punt waarop je het wél merkt en je wél problemen ervaart. Maar dan is het te laat.