Het mag gerust een wonder heten. We zitten met z´n vijven aan tafel en we zitten daar in complete stilte – afgezien van de lepels die tegen het servies tikken. Een halve rust met punt in onze anders zo chaotische gezinssymfonie. Ik durf Meneer de Molenaar niet aan te kijken, uit angst de betovering te verbreken. Of zit ik in het verkeerde stuk vandaag?
Want normaal gesproken moeten we deze stiltes afdwingen. ‘OK´, roep ik dan (sic). ‘Iedereen houdt VIJF MINUTEN zijn MOND!’
Maar de kleine slimmeriken in ons huis nemen mijn woorden graag letterlijk – als ze er tenminste zelf voordeel bij hebben. Dus ik voeg er zwakjes aan toe, het effect van mijn uitbarsting totaal ondergravend: ‘Maar dan niet om te eten natuurlijk!’
Er moet een betere manier zijn om de Molenaarskinderen te instrueren, maar zo’n manier is niet die, die ik de volgende keer uitprobeer: ‘Niet meer praten nu!’
Ze beginnen te zingen. Of neuriën.
Nog een poging dan: ‘Willen jullie alsjeblieft allemaal alleen eten, en géén geluiden maken!?’
‘Maar mama. Mijn lepel krast over het bord. Ik kan toch niet eten zónder dat ik dat doe.’ Of: ‘Als ik kauw maakt het geluid mama! Je wilt toch niet dat…’
Zei ik al dat ze nogal ad rem kunnen zijn…?
Nu zitten deze unieke, onuitstaanbare bijdehandjes inderdaad alleen maar aan tafel te eten. Dat is inderdaad verbazingwekkend – dat mag zeker niet minder dan een wonder heten.
‘Wow, het is écht stil!’ merkt een van hen uiteindelijk zelfs op. Haar broer knikt waarderend en bevestigt: ‘Ja, dat is fijn!’
WAT!!??