Ik ben niet vóór, ik ben niet tegen. Als veel mensen er last van hebben – zelfs als weinig mensen er last van hebben – laten we dan kijken of we er iets aan kunnen dóén denk ik.
Zwarte Piet, Witte Piet, Piet met roetvegen op de wangen, Blauwe of Clownspieten, ik vind het allemaal best. Laat de knecht van de Sint in alle kleuren langs de regenpijp klimmen, over het dak lopen, door de schoorsteen duiken en zwaaien op de stoomboot. Echt. Het maakt mij niet uit.
Partij kiezen wil ik evenmin. Begrijpelijk, hoe gehecht sommigen zijn aan Sints belangrijkste helper. Duidelijk dat anderen er een sinistere verwijzing naar slavernij in zien – en als je door het jaar heen steeds verbaasde kinderen moet uitleggen dat jij Zwarte Piet niet bent, nou, glashelder dat je je dan gediscrimineerd voelt.
Zo gaat dat dan. Ingewikkeld, vind ik zulke kwesties. En dat is er sinds vanochtend niet minder ingewikkeld op geworden. Want Jongste Zoon, nog trouwhartig gelovend, stelde een confronterende vraag aan de ontbijttafel. Ongerust merkt hij op: “Zijn er straks wel genoeg knechten voor Sinterklaas?”
Hoezo dan, vragen Broer en Zus. En ik, direct begrijpend, heb op mijn lippen om te zeggen: “Nou, als de Zwarte Pieten niet mee mogen komen.” Maar dat kan ik natuurlijk niet zo uitleggen, bedenk ik net op tijd. Want: Hoezo mogen ze niet meekomen? wordt dan de logische vervolgvraag. Dat zou me doen verstrikken in onsamenhangende verklaringen om toch maar te probéren in het verhaal te blijven, want ja, dat mensen zich hier gediscrimineerd voelen, en daarom willen dat andere mensen het land niet binnenkomen, dat leren we onze kinderen niet natuurlijk.
Dus ik hou het bij het lafhartig mompelen van iets vaags, eraan toevoegend dat Sinterklaas altijd zal zorgen voor genoeg knechten.
En stiekem ben ik kwaad op al die mensen die zich ermee bemoeien, dat die hele kwestie in de pers zo breed is uitgemeten en dat niet gewoon, geleidelijk aan, de kleur van de hele Pietenschaar veranderd is. Via het almachtige Sinterklaasjournaal bijvoorbeeld. Zodat we niet hadden hoeven uitleggen dat een groep mensen niet welkom is in ons land.
Iets waar ze ongetwijfeld en verdrietig genoeg later in hun leven nog vaak genoeg mee te maken zullen krijgen.