Dit jaar: koude vingers…
Koud… maar gelukkig valt het
met de regen mee. De zwartste wolken zag ik in mijn verbeelding, de avond van tevoren, de heftigste windvlagen, zelfs sneeuw verscheen op mijn netvlies – en niet toevallig, het hád immers gesneeuwd, ergens in Nederland, in de dagen voor Koningsdag. Even hoopte ik nog dat de Kindermarkt misschien binnen zou worden gehouden, maar nee, we waren veroordeeld tot het grasveld, onder de bomen. Als er dan tenminste maar geen onweer komt…
Nee, geen onweer. En nauwelijks regen. Koud is het dus wel, en dat is jammer voor de smalle vingertjes van de Jongste Molenaar, die zijn geld heeft ingezet op – of liever: zijn geld hoopt binnen te halen met – trompetspelen. Vorig jaar was hij búitengewoon succesvol en hij verwacht dat succes minstens te evenaren dit jaar.
Dapper zet hij het Wilhelmus in. Met een zwierige slotmaat geëindigd, neemt hij op waardige wijze het applaus in ontvangst. ‘Ja’, merkt de buurman op, ‘en nou die andere coupletten nog.’
‘Die ken ik niet!’