“Wil jij hier wat uitzoeken?” Drie enorme zakken met sokken. “Hij verzamelde sokken”, voegt ze eraan toe, met een verontschuldigende blik in haar ogen.
“Kwam-d-ie weer thuis met nieuwe, zei ik: ‘Maar je hebt er al zovéél!’ ‘Tja’, zei hij dan, ‘ik kon ze gewoon niet laten liggen, ’t zijn zulke fijne.'” En nu is hij dood, en zij zegt: “Voel je niet verplicht hoor! Ze staan klaar om weg te doen. Als jij ze niet wilt, geef ik ze aan iemand anders.”
SokkenDun
5 jaar geleden is dat. De sokken zijn bijna kapot. Onder de zool helemaal dun. Net als de hielen van de sokken van de kinderen eigenlijk altijd zijn. Die lopen altijd voor schandaal, de kinderen. Met kapotte sokken. Ik ook trouwens. Mijn sokken gaan altijd kapot. Aan de teen. Wiebeltenen denk ik. Moet ik werken, in een balletzaal, en daar moet je dan je schoenen uit, steken daar m’n tenen door de gaten van de sokken. Die heb ik wel laten repareren hoor, al twee, drie keer. ‘Stóppen’ moet je natuurlijk zeggen. Sokken die stóp je. En als ze dan gestopt zijn, denk ik heel tevreden: ‘Zo, die kunnen er weer tegen.’
Einde
Terwijl je nu toch moet vrezen dat dit het einde is van de sokken. Zachte, dikke, warme sokken, kniekousen eigenlijk, die je ook lekker in je laarzen kunt dragen zonder het kouwe ruwe leer tegen je kuiten te voelen. Sokken die fijn zijn voor op de bank, maar ook voor een wandeling. Nooit blaren.
Ik weet niet eens precies hoeveel paar ik ervan heb. Behalve deze zachte grijze zijn er ook grijs-met-blauwe. Niet zo dik en zacht, maar wel echt lekkere sokken. Ook allemaal al een keer gestopt. En donkerblauwe, heel dikke – idem.
910 gedachten
De hele herfst en winter draag ik ze, zo lang mogelijk tot ver in de lente. Zou ik elk paar eens in de twee weken aan hebben? Zoiets wel denk ik. Een half jaar per jaar, 5 x 6=30 maanden dikke sokken, 130 weken, elk paar dus 65 keer gedragen.
Hoeveel gedachten zijn dat? Hoeveel keer heb ik dan, vanwege de sokken, aan hem gedacht? Niet eens zo veel, 14 keer 65 gedachten, 910 gedachten – keer 2 misschien wel, bij het aan- en uittrekken.
Precies daarom wil ik ze nog niet wegdoen. Zou ik dan immers nog wel aan hem denken…?