Tien kleine muisjes moeten naar bed. Maar dat gaat niet van een leien dakje. Allemaal hebben ze wel een reden om te treuzelen. De tandjes moeten nog gepoetst, er moet nog een plas (oeps, ongelukje…). Kortom: herkenbaar voor peuters. Pauline Oud verrast, na onder andere haar boekjes over Fien en Milo, Saar, Kas en Big,… Lees verder >
Elisabeth leest voor uit: 24. Krrrr… okodil!
Krrrr… okodil! is het Prentenboek van het Jaar 2014. En dat staat centraal tijdens de Nationale Voorleesdagen, die morgen van start gaan. Een uitgelezen excuus om met je kinderen en een boek op de bank te gaan zitten. Krrrr… okodil! is vertaald uit het Engels – het verscheen onder de titel Solomon Crocodile – door… Lees verder >
Elisabeth leest voor uit: 23. Mijn opa en ik en het varken Oma
’n Nieuwsgierigmakende titel: het varken Oma? Dat boek moeten we eens bekijken. Daar krijgen we geen spijt van. In twaalf verhalen leren we Oma, opa en kleindochter kennen. Kleindochter logeert vaak bij opa. En omdat opa houdt van pannenkoeken bakken – en niet van ophouden weet – komt er een varken aan te pas om… Lees verder >
Elisabeth leest voor uit: 21. Ties en Trijntje
Gewóne verhaaltjes, die wilden we, Jongste Molenaartje en ik. Euh… én: met veel plaatjes. Prentenboeken blijven leuk, zelfs nu Molenaartje in groep 3 is beland. Maar verhaaltjes moesten we hebben, omdat we dan ook… ‘Nóg eentje…?’, je snapt het wel. En prettige verhaaltjes. Geen Pinkeltje (ik kan die kleine dwerg met die baard zelf echt… Lees verder >
Mam, dit moet je lezen! 3. ‘De Kanjerklas’, en ‘De Wisseltante’
Kiara ontploft. Dat doet ze wel vaker. Bijzonder is alleen, dat ze ook écht in wel honderd stukken spat. Haar klasgenootjes zuchten eens, en knutselen haar weer in elkaar. Kamou heeft iets anders bijzonders: hij hoort veel meer dan de meeste mensen. En gebruik je een uitdrukking, dan neemt hij die letterlijk. En zo zijn… Lees verder >
Elisabeth leest voor uit: 19. ‘De kinderen van het Achtste Woud’
Het is 1944. Noortje en haar vader zijn gevlucht. In Arnhem vonden hevige gevechten plaats, en de bevolking moest evacueren. Dagenlang fietsten Noortje en haar vader rond op zoek naar onderdak. Uiteindelijk zijn ze op een afgelegen boerderij aangekomen. De boer biedt hen verblijf aan in zijn huis. De twee evacués draaien mee in het… Lees verder >