Héél af en toe lees ik gedichtjes voor. Zelf hou ik er wel van – het geeft vaak zo’n mooi moment van stilte, en van totale rust. Je moet je nog meer bewust zijn van de kracht van niets-zeggen. Vandaag is het Gedichtendag! Voorlezen is een beetje theater maken natuurlijk. Als je karakter bijvoorbeeld eens… Lees verder >
Elisabeth leest voor uit: 6. ‘De bende van de Witte Roos’.
Nee, de bende van de Witte Roos is geen gang die de straten onveilig maakt, de buurt terroriseert, oude vrouwtjes en kinderen berooft, of strijd op leven en dood levert – gewapend met messen en knuppels. Maar strijden doen Kalle Blomkwist, Eva-Lotta Lisander en Anders Bengtsson wel. Hun rivalen van de Rode Roos maken hen het… Lees verder >
Elisabeth leest voor uit: 5. ‘Hoe was het op school, Samme?’
‘Ha Samme!’ Mama staat bij het hek van het schoolplein als Samme uit school komt. Ze pakt zijn hand vast en samen lopen ze naar huis. ‘Hoe was het op school?’ vraagt mama. In Hoe was het op school Samme? begint bijna elk verhaaltje (het aardige van herhaling is natuurlijk dat je er ook eens van… Lees verder >
Elisabeth leest voor uit: 4. ‘Rambamboelie’
Rambamboelie is een klein, schattig hondje. Met zijn mevrouwtje wandelt het elke dag in het park. En iedereen vraagt Rambamboelie dan om te blaffen, omdat-ie dat zo grappig doet. Maar op een dag… Op een dag blaft Rambamboelie niet, maar miauwt hij. Grote consternatie. Het mevrouwtje gaat direct naar de dierenarts, die ‘potverdriedubbele suikerklonten’ mompelt en… Lees verder >
Elisabeth leest voor uit: 2. De Kindereter
‘Pap, ik word ontvoerd door een grote woeste rover. Mag dat?’ ‘Ja hoor schat. Als je maar netjes je tanden poetst. Veel plezier!’ Oh, wat vervéélt het meisje zich in de zomervakantie. Er is echt níemand met wie ze kan spelen. En haar vader (een freelance schrijver, denk ik) zit de hele tijd te werken…. Lees verder >
Elisabeth leest voor: 1. Heb jij het buskruit soms uitgevonden?!
Heb jij het buskruit soms uitgevonden?! door Dolf Verroen Stel je voor. Een nerveuze moeder, bang voor om uit de toon te vallen. De vader: een bully en een tovenaar. Een jongetje dat ook kan toveren – maar nog niet zo erg goed. Dat jongetje dat dan op een dag denkt, dat zijn vader er… Lees verder >