Voor iedereen die niet is grootgebracht in de Nederlandse cultuur, is dat hele feest van Sinterklaas niet te snappen. On-be-grijpelijk. Amanda van Mulligen, een in Nederland woonachtige Britse expat, heeft gelijk in haar blogpost. Als ik er zelf eens goed over nadenk, vind ik het ook verbazingwekkend.
Bovendien is het echt wel wat ingewikkelder dan vroeger, in mijn kindertijd. Toen kwam Sinterklaas een paar dagen voor z’n verjaardag met de stoomboot in Nederland aan. Daar keken we dan naar op tv. Of we bezochten de intocht in ons eigen dorp, die altijd – nogal wiedes – de dag na zijn aankomst in het land plaatsvond. En niet de door de commercie ingegeven drie wéken voor Pakjesavond, zoals tegenwoordig: met een overdadige hoeveelheid speelgoed, snoep en Sinten.
Helemaal vanzelf ging het nou ook weer niet; onze woonkamer keek uit op het huis van de buren, waar Sinterklaas en zijn assistenten zich verkleedden en schminkten. Soms, op zondagmiddagen, doken er wel vijf Sinten uit dat huis op. Mijn ouders hadden grote moeite om ze van ons weg te houden: ‘Mama, waarom doe je de gordijnen overdag dicht?’
Maar die problemen verbleken allemaal bij de lastige situaties die ontstaan door de uitzendingen van het Sinterklaasjournaal. Door dit tv-journaal – of beter gezegd: deze dramaserie – rondom de Sint en zijn Pieten, moet iedereen die ook maar íets wil organiseren rondom het sinterklaasfeest, rekening houden met zijn ‘avonturen’.
Op tv dit jaar ging de stoomboot met pakjes kapot, waardoor het schip in Spanje achter moest blijven. EN het geld waarmee Sint Nicolaas nieuwe pakjes moest kopen raakte kwijt. Dus alle Pieten besloten om terug te gaan naar Spanje, omdat ze toch niks meer te doen hadden. Maar op de dag dat alle assistenten het land verlaten zouden hebben, werden Sint en zijn Pieten op vele scholen ingehaald!
Of voor wiens kinderen ook naar Ketnet kijken: hoe verklaar je aan je spruiten dat het paard van Sinterklaas kwijt is, als Sinterklaas op de Belgische tv nog steeds vergezeld gaat van zijn trouwe viervoeter?
Dus ik begrijp de problemen die Amanda met onze traditie heeft, heel goed.
Gelukkig zijn de trouwe en(goed-)gelovige kinderen heel handig in het wegverklaren van alle inconsequenties, door ze toe te schrijven aan ‘Hulpsinterklazen’. Ze zijn niet stom, die kids; het is gewoon een feit dat ze hun hele leventje lang al moeten omgaan met inconsistenties – die allemaal totaal gewoon zijn voor ons, volwassenen – dus dat kunnen ze dan ook wel met deze hoogst ongeloofwaardige perikelen.
En mocht je je afvragen waarom de Nederlanders dit feest nog steeds vieren: er zijn echt ook leuke kanten aan de traditie.
De geheimzinnigheid. De moeite die we steken in het vieren van het feest: gedichten schrijven, anonieme surprises maken voor elkaar – waarbij het de bedoeling is dat je een karakteristieke eigenschap uitvergroot, of een belangrijke gebeurtenis uit het leven van de begunstigde. De luchthartige manier waarop we elkaar kunnen plagen, alles vanachter het masker van Sint Nicolaas. Mijn vader die voor mij, bijvoorbeeld, een héél hoge hak had gemaakt, omdat ik m’n pa en moe gék had gezeurd over het dragen van schoenen met hoge hakken. Of mijn oma die een enorm vliegtuig in elkaar had geknutseld voor een tante die naar het buitenland was geweest dat jaar.
En dan: het is zo’n lange traditie. Ouder dan die van Santa, en naar het schijnt al teruggaand op
legendes uit de 11de eeuw. In de Verenigde Staten (en misschien ook wel in het Canada) van de 18e eeuw blijven Nederlandse immigranten het Sinterklaasfeest vieren. Maar ze moeten zich aanpassen aan andere werkdagen en omstandigheden, dus vieren ze Sint z’n verjaardag vaak op andere dagen, waaronder Kerstmis. Een andere verklaring voor de overgang van het geschenkenfeest van 5 december naar kerst is, dat onder protestanten in de reformatie de gewoonte ontstond om de cadeaus niet meer door de Sint, maar door het Christuskind te laten brengen (en in Spanje brengen de Drie Koningen de geschenken mee).
De naam ‘Sint Nicolaas’ wordt in de VS veranderd naar Santa Claus. Maar in een gedicht uit 1823 (toegeschreven aan Clement Moore) komt toch Sinterklaas nog als Saint Nick: ‘T was the night before Christmas, of ook A visit from Saint Nicholas. Alleen dan wel op een slee met rendieren.
Langzaam maar zeker lijkt Santa ook samen te vallen met de Engelse Father Christmas, een nog veel ouder Yule-tide karakter. Deze ‘Father Christmas-traditie’ spreekt mij heel erg tot de verbeelding op een warme, gelukzalige manier – ik kan er niks aan doen, maar in die zin vier ik ook altijd een beetje Kerstmis.
Maar dan wel alleen door films te kijken.
Terwijl ik nóóit films over Sinterklaas zou willen zien (behalve dan, door de gezinsnoodzaak gedwongen, die van het Sinterklaasjournaal). Want die verpesten de magie rondom die mysterieuze, alwetende Goedheiligman die we allemaal samen zijn.